De walvis

De walvis leeft in de zee in zout water. Hij leeft niet bij mensen omdat mensen niet zo ver van de kust gaan. De draagtijd is 480 tot 590 dagen. Ze moeten oppassen op orka's, grote haaien maar ook worden ze bedreigd door de mens: We gooien afval in de zeeën waar de walvis leeft en ze raken verstrikt in de netten van vissers. Maar ook voor de walvisvaart dat zijn mensen die op walvissen jagen. Ze kunnen ook verdrinken doordat als ze te diep zwemmen en niet meer naar boven kunnen om adem te halen. De walvis eet plankton, krill en visjes, ze eten elke dag wanneer ze willen. Ze jagen in een kleine groep. Ze hebben een staart waar ze mee zwemmen. Zijn ogen zitten aan de zijkant omdat hij dan beter op zijn vijand kan letten. Hij is een prooidier. Dit zie je aan zijn ogen. Hij heeft knipkiezen met scherpe hoektanden. De walvis heeft een gladde huid om zichzelf warm te houden. Walvissen zijn warmbloedig. Een vrouwtjes walvis heet een koe en een mannetjes walvis heet een stier.

Er is een soort walvis dit is de walvis: cetacea Er zijn nog 2 ondersoorten dit zijn de:

Baleinwalvis: Mysticeti

Tandwalvis: Odontoceti

 

Net als de vinvis is de walvis niet te vinden in een dierentuin.

 

De walvis trekt rond en is niet monogaam. Een jong dier heet een kalf. Vaak wordt er 1 walvis per keer geboren. Ze verlaten hun moeder na tien tot twaalf maanden. De kalven worden door hun moeder gevoed.

 

Spreekwoorden over de walvis zijn:

Hij kijkt als Jonas in de walvis.: Hij zit benauwd te kijken.

Zitten kijken als Jonas in de walvis.: Erg benauwd zitten kijken.

Aan de (wal)vis haak bijten.: Zich laten vangen, toehappen. 

Alle (wal)vis is geen bakvis.: Niet alles is even dienstis.

Als een (wal)vis op het droge.: Iemand die daar niet thuis hoort.